Stappenplan

Bepaal eerst hoeveel materiaal je nodig hebt. Hiervoor meet je hoe lang en hoe hoog het muurtje moet worden. Voor de dikte van het muurtje kan je kiezen uit 5, 7 of 10 cm. Voor een traphekje adviseren wij blokken met een minimale dikte van 7 cm.

Haal het oude traphekje weg. En maak de vloer zo egaal mogelijk en stofvrij. Zaag de blokken voor de eerste rij alvast op maat. Dan kan je straks lekker doorwerken. Tip: gebruik voor het zagen van de blokken een cellenbetonzaag. En maak ze stofvrij met een stoffer.

Voor de bevestiging van het muurtje aan een bestaande muur gebruik je muurankers. Boor de gaatjes voor de muurankers alvast voor. Nu kan je er nog gemakkelijk bij.

Doe een laagje schoon water in een schone emmer. Strooi de gips rustig in het water tot deze gelijk is aan het niveau van het water. Tip: gebruik hiervoor een troffel. Wacht 5 minuten, zo kan de gips water opnemen. Mix de gips met een geschikte handboormachine en spiraalgarde tot een smeuïge massa.

Let op: maak niet te veel Fix & Finish in één keer aan. Het wordt vrij snel hard en is dan niet meer te gebruiken.

Breng de gips aan op de cellenbetonblokken. Je gebruikt hiervoor een troffel en/of lijmschopje. Zet de blokken goed vol met gips. Het mag best tussen de blokken uitkomen. Met dit overtollige gips kan je namelijk direct gaatjes en kiertjes opvullen.

Let op: wil je het muurtje afwerken met tegels? Zorg dan dat er zo weinig mogelijk Fix & Finish op de blokken terecht komt. Dit voor een goede hechting van de tegellijm.

Bevestig je het muurtje aan een bestaande muur? Plaats dan een muuranker op het eerste blok en tegen de muur. Zet het muuranker vast met cellenbetonnagels in het blok. Bij een hoge muur plaats je om de 80 cm een muuranker voor extra stabiliteit.

Begin de tweede rij blokken in halfsteensverband. De blokken moeten elkaar overlappen met minimaal de dikte van een blok.

Breng per blok gips aan. De gips droogt snel.

Eventueel kan je met de overgebleven gips alvast gaatjes en kiertjes dicht maken.

Als het muurtje klaar is, laat je deze eerst goed drogen voordat je verder gaat.

Plaats hoekbeschermers voor mooie, strakke en stevige hoeken. Knip de hoekbeschermer op maat. Doe wat dotten gips op de muur aan beide zijden van de hoek en druk de hoekbeschermer vast. Haal de overtollige gips weg met een troffel of pleisterspaan. Wacht tot de gips hard is. En werk de hoek af met een baan gips zo breed als je pleisterspaan (ca. 30 cm). Dan kan je straks de rest van de muur hier mooi op aan laten sluiten.

Finish het muurtje met 2 lagen Fix & Finish. Maak eerst een emmer nieuwe gips aan (zie stap 2). Breng vervolgens de eerste laag gips dun aan met een pleisterspaan. Klontjes kan je makkelijk wegstrijken op de muur door de pleisterspaan van links naar rechts te bewegen.

Als de eerste laag gips bijna droog is, kan je de tweede laag gips dun aanbrengen om de muur mooi glad te maken. Laat de muur eerst goed drogen voordat je deze verder afwerkt met bijvoorbeeld muurverf. 

Let op: wil je de wand verven? Gebruik dan eerst een voorstrijkmiddel. Kijk voor meer informatie op de verfverpakking.

De bovenkant van het muurtje kan je bijvoorbeeld met een houten plank afwerken.

Let op: wil je het muurtje afwerken met tegels, dan finish je het muurtje niet! Tegelen doe je rechtstreeks op de cellenbetonblokken. Kijk op de verpakking van de tegellijm voor verdere instructies.