• Producten & Systemen
  • Expertise
  • Documentatie
  • Bedrijven
  • Utrecht, Trajectum College

    FAQ Gipsplaten

    Veelgestelde Vragen over Gipsplaten

    Welkom bij onze FAQ-pagina over gipsplaten. Bij Knauf begrijpen we dat je mogelijk vragen heeft over onze gipsplatenproducten en hoe je ze het beste kunt gebruiken voor uw bouw- of renovatieprojecten.

    Deze pagina is speciaal samengesteld om u te voorzien van antwoorden op veelvoorkomende vragen, technische informatie en handige tips met betrekking tot gipsplaten. We willen ervoor zorgen dat u goed geïnformeerd bent en met vertrouwen kunt beslissen hoe u onze hoogwaardige gipsplaten kunt benutten voor uw marketinginspanningen en om klanten te informeren. Blader door de onderstaande vragen en antwoorden om meer te leren en uw kennis te vergroten over gipsplaten en hun toepassingen.

    Gipsplaten

    Begin pas met het afvoegen en afwerken van de gipsplaten als de temperatuur en de vochtigheid van de ruimte in de buurt liggen van deze die in de toekomst in het gebouw van toepassing zullen zijn. Met andere woorden, het is geen goed idee om gipsplaten af te werken als de woning nog niet wind- en regendicht is of onder koude of vochtige omstandigheden. Dit kan leiden tot barstjes ter hoogte van de voegen.


    Om een scheurvrij oppervlak te verkrijgen, moeten gipsplaten toegepast worden op een stabiele ondergrond. In het geval van gipsplaten onder een dakconstructie is het daarom noodzakelijk om een metalen of houten regelwerk aan te brengen om eventuele zettingen en spanningen van de dakconstructie op te vangen.


    Je dient steeds te vermijden dat een wand of plafond uit gipsplaten 'ingeklemd' wordt tussen de andere bouwkundige vlakken van het gebouw. Hierdoor kan het risico op scheurvorming (bv. door veranderingen van vochtigheid en temperatuur) verminderd worden. Daar waar een gipsplaat een ander bouwonderdeel raakt (bv. een bepleisterde muur of plafond), moet men het plafond vrijmaken. Concreet kan men dit verwezenlijken door het voorzien van een brede en decoratieve voeg (de zogenaamde schaduwvoeg), het insnijden van het voegproduct met behulp van een soepel mes of het voorzien van een scheidingsband die voorafgaandelijk tegen het bouwonderdeel aangebracht wordt (na het voegen wordt het deel van de band dat uitsteekt eenvoudig weggesneden).


    Er is een onderscheid in het zuigend vermogen van het voegproduct en van het karton van de gipsplaten. Een gouden regel voor de schilder is dat, in het geval van een ondergrond bestaande uit verschillende materialen, het oppervlak eerst behandeld moet worden met een primer of een grondlaag om eventuele tintverschillen in de later aan te brengen verflaag te vermijden. Deze regel geldt dus evenzeer voor gipsplaten. Een primer is ook nodig als je een behangpapier gaat aanbrengen op de gipsplaat. Hierdoor kan je vermijden dat het karton van de gipsplaat loskomt als je na enkele jaren je behangpapier wenst te vervangen.


    Dunne gipsplaten zijn gevoeliger voor doorbuigingen en vervormingen dan dikkere gipsplaten. Het is aan te raden om een plaat van minstens 12,5 mm dik te gebruiken op een draagstructuur uit hout of metaal.


    Om een vlakke wand of vlak plafond te verkrijgen moeten de voegen correct afgevoegd worden. Het aanbrengen van het voegproduct gebeurt doorgaans in meerdere arbeidsgangen. Hierbij moet de minimale uithardingstijd en de droogtijd van de onderliggende lagen steeds gerespecteerd worden. Perfecte gladde en vlakke oppervlakken worden verwezenlijkt door het gehele plafond of wand van een dunne en gepaste afwerklaag te voorzien. Volg steeds de richtlijnen van de firma Knauf. Gebruik producten zoals Knauf Uniflott, Jointfiller Plus of Fill & Finish Light.


    Gipskarton kan in de badkamer. Maar je dient dan wel rekening te houden met enkele belangrijke aspecten. Gips, de basis voor iedere gipskartonplaat, is immers een materiaal dat eigenlijk niet goed bestand is tegen een aanhoudende inwerking van vocht. Na verloop van tijd kunnen er fenomenen zoals scheurvorming, schimmelvorming, loskomen van het karton, … optreden in een wand of een plafond dat bestaat uit vochtige gipsplaten. En in een badkamer is het risico op vochtinfiltraties in wanden en plafond beduidend groter dan in een droge ruimte. Daarom is het voor de badkamer aan te raden om waterwerende gipskartonplaten te gebruiken. Ze worden ook wel geïmpregneerde, groene of hydro-gipsplaten genoemd en je kan ze herkennen aan het groene karton van de plaat (dikte 9.5 mm of 12.5 mm).

    De kern van een waterwerende gipsplaat is behandeld met een waterafstotend siliconenproduct, waardoor ze beter bestand is tegen vocht. Niet alleen aan de plaat, ook aan de afwerking moet de nodige zorg worden besteed. De afwerking moet waterdicht zijn. Kies daarom bij de plaatsing van tegels uitsluitend voor een waterdichte tegellijm, tegel en voegproduct of wanneer je verft voor een waterdichte verflaag. Schenk extra aandacht aan de hoeken en aansluitingen met andere bouwmaterialen. Let ook op de doorvoeren van de leidingen. Deze moeten waterdicht en soepel afgewerkt worden door middel van een gepaste siliconenvoegmassa. De zones die een extra risico op vochtinfiltraties lopen, denk maar aan de douchecel, de zones boven en rond het bad of de wasbak, moeten voorafgaand met een speciale waterdichte primer (in meerdere lagen) behandeld worden.

    Er bestaan ook waterdichte banden die je in de hoeken van de gipsplaten kan aanbrengen. De fabrikanten van de gipskartonplaten en van de lijm kunnen je dergelijke producten voorstellen. Tot slot is het belangrijk te weten dat bij toepassing in publieke en grote vochtige ruimten (zwembaden, publieke doucheruimtes, industriële keukens, …) men er beter aan doet een cementgebonden plaat te gebruiken in plaats van een gipskartonplaat. Een cementgebonden plaat heeft in contact met vocht geen last van de eerdergenoemde problemen. Conclusie: Gipskartonplaten mogen in een badkamer. Maar gebruik waterwerende gipsplaten en voorzie in een perfect waterdichte afwerking.


    Een muur bestaande uit metselwerk met een gipspleister, of een wand die opgebouwd is uit een houten of metalen geraamte met gipsplaten zijn twee totaal verschillende systemen met een verschillende werking. Indien deze muren in elkaars verlengde staan zou je kunnen stellen dat de aansluiting tussen de verschillende materialen (gipspleister-gipsplaat) eenvoudig opgevuld wordt met hetzelfde voegproduct dat je gebruikt voor het afwerken van de gipsplaten. Bij deze techniek is het risico op scheurvorming ter hoogte van deze aansluiting, omwille van de verschillende werking van de systemen echter zeer reëel. Deze werkwijze is dus niet echt aan te raden. De ideale oplossing is: het voorzien van een zuivere en rechte uitzettingsvoeg ter plaatse van deze aansluiting. Dit kan je concreet verwezenlijken door gebruik te maken van een gipsplaat met een rechte en zuivere kant (het maken van een zogenaamde verticale dilatatie/ uitzettingsvoeg) of door gebruik te maken van stop- of uitzettingsprofielen voor gipsplaten.